De Volkskrant; Verslaafd aan de blauwvintonijn; 26 januari 2007
Blauwvintonijn wordt steeds schaarser. Zelfs grootverbruiker Japan neemt stappen tegen overbevissing.
Om vijf uur ´s nachts heerst er topdrukte op en nabij de vismarkt Tsukiji in Tokio, waar de eerste restaurantjes al zijn geopend. De ‘sushimasters’ zwaaien met hun messen en bieden hun klanten de allerverste vis.
Op de kades van Tsukiji liggen diepgevroren, wit uitgeslagen tonijnrompen naast verse zwarte vissen van meer dan een meter lang, met opengesperde bekken en uitpuilende ogen. De staarten zijn er afgehakt. Keurmeesters schijnen met hun zaklampen op het vlees om de kleur te testen en porren erin met een haak. Apart liggen de blauwvin tonijnen, een zeldzame delicatesse waarvoor Japanners bereid zijn kapitalen te betalen. Tijdens de eerste veiling van het nieuwe jaar, bracht een blauwvin tonijn van 200 kilo een recordbedrag op van 4,1 miljoen Yen. Dat is ruim 26 duizend euro.
Duizenden ‘gewone’ tonijnsoorten - joekels uit Canada, maar ook kleinere exemplaren uit Chili en Zuid Afrika - worden in de veilinghallen in razend tempo verhandeld. Alles gaat nog met de hand. De veilingmeester staat op een verhoging en noteert in een boekje driftig welke partij voor wie is. Met haken worden de loodzware beesten op karren gesmeten en vervoerd naar een labyrint van honderden marktkramen.
Elektrische stapelkarretjes rijden met vliegende vaart over het enorme terrein aan de Sumidarivier. Terwijl het nog donker is aan de overkant van het water, raken de felverlichte kades van Tsukiji steeds voller.
Een kraamhouder snijdt de tonijn met een elektrische zaag eerst over de hele lengte doormidden, en pakt daarna een mes met een lemmet van een meter, dat moeiteloos door de roodroze vis glijdt. Hij koestert zijn waar. Ieder flintertje wordt gebruikt. Hij schraapt zelfs de huid schoon en verkoopt het schraapsel als tonijnmousse.
Japan is verslaafd aan tonijn dat vooral wordt gebruikt voor sushi en sashimi. Het land is goed voor een kwart van de wereldconsumptie (wat de blauwvin tonijn betreft gaat zelfs de helft van de vangst naar het land). Maar de gebieden waar de tonijn heen trekt om zich voort te planten worden leeggevist. En herstel van overbevissing wordt steeds moeilijker.
Vooral de blauwvin tonijn is er slecht aan toe. Ieder jaar trekt deze vis in grote scholen vanuit de Atlantische oceaan naar de veel warmere Middellandse zee om er te paren. In de Straat van Gibraltar worden de scholen opgewacht door een steeds grotere en professionelere tonijnvloot. Vliegtuigen en helikopters traceren de scholen en jagen ze naar zogenaamde ‘tonijnfarms’: vaste netten waarin de vissen worden vetgemest tot ze het juiste vetgehalte hebben om geschikt te zijn als sushi. Boosdoeners zijn vooral de gesubsidieerde, industriële vissersvloten van de Europese Unie maar ook boten uit Libië en Turkije.
Het gevolg van deze ‘leegroof’ is dat de vissen niet of nauwelijks de kans krijgen om zich voort te planten. Volgens experts is de tonijnvoorraad in de Middellandse zee de afgelopen vijf jaar dan ook afgenomen met 80 procent. Een extra bedreiging is de toename van de consumptie uit China
Grote prijsstijgingen zijn het gevolg. ‘Gewone tonijn is nog steeds volop te koop voor een redelijke prijs,’ zegt Sahbi Mustapha, bedrijfsleider van restaurant Luxor in Tokio. ‘Maar de blauwvin wordt al schaarser. In de chique wijk Ginza zijn restaurants waar blauwvin sushi nu al 2000 yen per stuk kost’ (12 euro). Omdat Japanners echter bereid zijn dit bedrag te betalen, wordt het voor de visserij alleen maar interessanter om op deze soort te jagen.
Wetenschappers en milieuorganisaties luidden vorig jaar de noodklok en de ICCAT (Internationale Commissie voor het beheer van de tonijn) bracht de visquota voor tonijn in het Middellandse zeegebied, terug van 32 duizend ton in 2006 tot 29 duizend ton in 2007.
Maar er moet veel meer gebeuren. Daarvan zijn ook de Japanners zich bewust. Op uitnodiging van het land buigen honderden experts op het gebied van de visvangst en de vertegenwoordigers van zo’n 50 landen, zich deze week in de stad Kobe over maatregelen.
‘Het is een historische stap van Japan, dat zich meestal niet veel aantrekt van dit soort problemen,’ zegt Alistair Graham van het Wereldnatuurfonds (WNF).
Nog altijd kunnen vloten quota omzeilen door veel minder te rapporteren aan hun regeringen dan ze daadwerkelijk hebben gevangen,’ aldus Graham. ‘Ook Japan heeft toegegeven dat het de afgelopen twintig jaar voor miljarden dollars aan gevangen blauwvin tonijn heeft verzwegen.’
Het WNF pleit dan ook voor de inzet van onafhankelijke waarnemers die moeten meevaren op schepen. En voor de invoer van certificaten van oorsprong, zodat de handel kan achterhalen waar partijen tonijn vandaan komen en of ze legaal zijn gevangen - certificaten zoals ook de diamantenindustrie hanteert voor ruwe diamanten.
Daarnaast wil de organisatie een totale stop op het vissen tijdens het paringseizoen (mei tot en met juli) en beperking van het aantal tonijnfarms. Ook Francois Pulvenis van de voedselorganisatie van de Verenigde Naties pleit voor een strenge aanpak van de illegale handel. Maar vooral ook voor het aanpakken van de overcapaciteit van de wereldwijde tonijnvloot. Vandaag komt de conferentie met een slotverklaring.