De Volskrant; Zelfmoordgolf onder Japanse jeugd; 18 november 2006
In Japan neemt het aantal zelfmoorden onder tieners die worden gepest, epidemische vormen aan. De afgelopen weken maakten vijf scholieren een einde aan hun leven en ontving het Ministerie van Onderwijs negentien brieven van kinderen die het van plan zijn.
‘Tijdens onze laatste wandeling samen zei Katsumi tegen me: ‘Het belangrijkste aan mensen is of ze een goed hart hebben.’ Twee dagen later vond ik haar op de wc. Ze had zich opgehangen.’
De achthonderd leerlingen van de junior high school(13-15 jaar) in Kawasaki luisteren ademloos toe, als Midori Komori vertelt over haar dochter. Meisjes deppen hun ogen. Ze zagen zojuist een film over Katsumi. Beelden van een lachend kind met zachte ogen en van een tienerkamer met posters, foto’s en een trombone op het bureau.
Het was Katsumi’s liefste wens in een orkest te spelen. Maar uitgerekend in het orkest van de senior high school(15-18 jaar), waarop ze maar een paar maanden zat, werd ze genegeerd of gekleineerd. Gesprekken van moeder Midori met de klassenleraar baatten niet. Katsumi raakte in een depressie. En toen zelfs medicijnen niet hielpen, maakte ze er een einde aan. Ze was 15 jaar.
Na het verhaal van Komori schrijven de achthonderd scholieren een reactie neer ‘Ik heb er nooit bij stil gestaan dat iemand negeren ook een vorm van pesten is’, zegt een jongen. ‘En dat het heel ernstige gevolgen kan hebben.’ De sessie wordt besloten met een lied van een beroemde Japanse popgroep. Je moet mensen in hun waarde laten, iedereen is anders, luidt de boodschap.
Om te voorkomen dat andere kinderen dezelfde wanhoopsdaad plegen als haar dochter, richtte Komori in 2000 de stichting Gentle Heart op. Ze houdt overal lezingen en heeft het drukker dan ooit. Want sinds die zwarte dag in 1998 lijkt de situatie op Japanse scholen alleen maar verslechterd te zijn. De afgelopen weken maakten vijf kinderen in de leeftijd 12 tot 14 jaar er een einde aan. Ze werden systematisch afgeperst, vernederd of gepest met hun uiterlijk.
Zoals Rie Okawa, die een groeiprobleem had. Ze was diep ongelukkig, maar haar moeder mocht niet met de leraar praten omdat ze bang was voor meer pesterijen. Hoe onpeilbaar Rie was, blijkt wel uit haar laatste dag. Ze ging mee naar de karaokebar en leek enorm opgeknapt. Bij thuiskomst speelde ze met haar zusje, ging naar haar kamer en sprong van het balkon.
Bij de laatste vijf gevallen zal het niet blijven, want inmiddels wordt het Ministerie van Onderwijs overstelpt met brieven van jongeren die er een einde aan willen maken. In alle haast richtte het ministerie een werkgroep op die met preventieve maatregelen moet komen. Minister Bunmei Ibuki riep de brievenschrijvers op zo snel mogelijk hulp te zoeken: ‘Je hebt maar één leven, weet dat de gemeenschap je niet negeert!’
Maar de kille cijfers van de National Police Agency geven een andere indruk. Vorig jaar werden twintigduizend gevallen van pesterijen gemeld en pleegden 105 jongeren onder de 20 jaar zelfmoord. In zeker zeven gevallen zaten de slachtoffers nog op de lagere school. Meer dan eenderde zocht geen hulp.
De media, de politiek en scholen zoeken koortsachtig naar verklaringen voor de zelfmoordgolf. In een emotioneel commentaar richtte de krant Asahi zich rechtstreeks tot ongelukkige jongeren. ‘In Japan beschouwt men iemand die wegrent voor problemen als een zwakkeling. Maar dat is precies wat jullie moeten doen als jullie wanhopig zijn: wegrennen naar een veilige plek, waar mensen zijn die kunnen helpen!’
‘Veel kinderen praten niet genoeg met hun ouders’, zegt prof. Chikako Ishii, een familietherapeute die les geeft aan de Tokyo Womens University. ‘Vroeger woonden ze onder één dak, met tantes, ooms en opa’s en oma’s. Daar zat altijd wel één vertrouwenspersoon tussen. Maar van een ondersteunend netwerk is nu vaak geen sprake meer. Bovendien is het voor kinderen uit de vele een-kind-gezinnen niet vanzelfsprekend zich sociaal te gedragen en rekening te moeten houden met anderen. Die kinderen zijn vaak kwetsbaarder.’
Ishii haalt een zeer recent onderzoek aan van de Universiteit van Kyoto onder 6400 middelbareschool studenten. Bijna de helft daarvan was wel eens gepest of had zelf wel eens getreiterd. Volgens de onderzoekers is het jennen de laatste jaren geïntensiveerd door internet en sms. Kinderen krijgen soms de naarste berichten over zichzelf te lezen, die wijd zijn verspreid. En ze kunnen daar niets tegen beginnen. ‘In onze cultuur is het nemen van je eigen leven ook een manier om te laten zien dat je gelijk hebt. Volgens mij plegen kinderen niet zozeer zelfmoord uit schaamte, maar meer uit protest tegen wat hun is aangedaan. En om de daders te beschamen. Ze zien zelfmoord kennelijk als de enige uitweg, omdat ze niet voor zichzelf kunnen opkomen.’
Volwassenen geven in dat opzicht niet bepaald het goede voorbeeld in Japan, moet ook Ishii toegeven, waar om de haverklap leidinggevende personen van daken springen omdat de resultaten binnen hun organisaties tegenvallen of omdat er fraude is gepleegd.
Een kant-en-klare oplossing heeft Ishii niet. ‘Maar ik denk dat hulp van buitenaf, zoals therapie, in veel gevallen kan helpen. Maar daarop rust nog steeds een taboe in Japan.’
Midori Komori hekelt vooral het onderwijssysteem. ‘Scholen zijn heel bang om een slechte beoordeling te krijgen van het Ministerie van Onderwijs na een zelfmoord als gevolg van pesterijen. Daarom houden ze dat liever onder de pet en blijven structurele maatregelen achterwege. Het ministerie roept nu dat leraren te veel nadruk leggen op academische resultaten en onvoldoende oog hebben voor kinderen. Maar de leraren volgen gewoon de richtlijnen. Die moeten dus veranderen!´