25 juni 2007- Beachparadise Shimoda en file-leed

En, hoe lang hebben jullie er over gereden?

Tijdens een van de schaarse vakanties in Japan ontstaan ellenlange files langs Route 163, een kustweg naar de populaire badplaats Shimoda.


'De files richting kust en de bergen kunnen morgen oplopen tot veertig a vijftig kilometer’, waarschuwt de nieuwslezeres. Vakanties zijn schaars in Japan, maar eindelijk is de Golden Week aangebroken. Vrijwel alle bedrijven sluiten voor een paar dagen en iedereen trekt eropuit.
Geen nood: de meeste Japanse auto’s zijn uitgerust met een video-installatie en een koelkastje en dan is in de file hangen nog niet zo’n straf.
Een van de populairste bestemmingen is de badplaats Shimoda met zijn Ohama Beach, waar vroeger een Amerikaans legerkamp was gevestigd. Route 136 perst zich eerst door het chaotische centrum van het stadje en door allerlei tunnels, om bij Ohama Beach te veranderen in een lieflijke zeeweg waarlangs iedere generatie een eigen spel speelt.
Stokoude bejaarden staan kromgebogen de laatste groente te oogsten in hun moestuinen en spelen croquet op een aanpalend veldje. Kleine kinderen met emmertje en hengels gemaakt van houten takken en stukken touw, rennen over een lange steiger midden in een moeras. Met stukjes brood verleiden ze de krabben die in de modder rondkruipen. Ze zijn euforisch als een onfortuinlijke krab zich vastklemt om het touw en naar boven wordt gehengeld.
Aan de overzijde van Route 136 spelen de jongeren van Shimoda een thuiswedstrijd honkbal. Het is een lawaai van jewelste; Japanse vaders en moeders zijn minstens zo fanatiek langs de lijn als Nederlandse ‘voetbalouders’. Luidkeels worden vangballen betreurd en homeruns bejubeld.
Ook de plaatselijke horeca bruist. Op het terras van Ernest House, een familiehotel vernoemd naar de schrijver Ernest Hemingway, zit iedereen aan de hamburgers. De klant is koning. Zelf als een onbeschofte man op dwingende toon ‘sumimasèn’ schreeuwt (alstublieft!) en zijn lege glas demonstratief omhoog houdt, komt het personeel nog op een drafje aangerend.
Barretje Sunnyside zit vol ‘coole’ jonge kerels met beschaafde tatoeages op de armen en bierpullen aan de mond en cappuccino drinkende nufjes die zelfs nu nog kokerrokken, panty’s en hooggehakte muiltjes dragen.
Bij restaurant Marley daarentegen, waar je de relaxte sfeer zou verwachten van hasjrokende rastamannen, hangt een bordje met verboden: ‘Geen kinderen onder 11 jaar, geen huisdieren en geen meegebracht eten’ Er zit niemand.
Intussen stromen de parkeerplaatsen langs de weg en de boulevard vol minibusjes, waaruit hele gezinnen en hun kampeeruitrusting komen. Een plek voor de auto en een voor de kampeertafel en -bankjes, de vernuftige barbecue die in ingeklapte vorm niet dikker is dan een attachékoffer en vooral veel, heel veel eten.
Een gezin heeft ook een konijn in een hok meegenomen. Het dier zal vermoedelijk niet op de barbecue eindigen, want die ligt al vol met moten zalm en yakitori (Japanse satéstokjes).
Shimoda staat bekend om zijn golven. Honderden dobberende surfers lijken van een afstand op een kudde walrussen. De omgeving is van een woeste schoonheid.
De baai wordt omsloten door dichtbegroeide heuvels die doen denken aan grote struiken broccoli en in de zee verrijzen hoge rotsen waaraan mosselen en een soort alikruiken kleven. Ze worden er afgeplukt door vaders en kinderen die er een vissoepje van willen brouwen. De standaardvraag luidt: ‘Hoe lang hebben jullie er over gereden?’
Het gezin Van Haagen (wij dus) zat al om 5 uur 's ochtends in de auto en deed er drie uur over. Achteraf gezien een meesterzet. Want een tandarts uit Tokio, dat op 150 kilometer afstand ligt, vertrok iets te laat van huis en moest het bezuren. Zijn tocht duurde tien uur. Ook Vlaamse motorrijders, die erop hadden gerekend langs de files te zoeven, hadden pech. Zij deden er zeven uur over.
Maar in de warme zon is het leed snel geleden. ’s Avonds laven de surfers zich aan dranken en spijzen op het strand waar ook vuurwerk wordt afgestoken. En dan valt het stil langs Route 163. Maar zodra de eerste zonnestralen over de heuvels schijnen, worden de eerste barbecues alweer uitgeklapt en begint het circus opnieuw.