De Volkskrant; Yakuza-dochter Shoko Tendo: 'Met Jigoku op mijn rug voel ik me vrij'; 20 oktober 2007

Verkracht en verslaafd geweest aan speed. Maar gangsterdochter Tendo klaagt niet.

Rondom de Yakuza, de Japanse maffia, hangt een waas van romantiek door de erecodes die de syndicaten in acht nemen en de geheime rituelen. Yakuzaleden worden gevreesd en gehaat maar boezemen ook ontzag in. Ze zijn herkenbaar aan hun getatoeëerde lijven en missen vaak één of meer vingerkootjes. Dat is dé straf voor het plegen van een moord in Yakuza-kringen, vreemdgaan met de vrouw van een ander lid of het verlaten van de organisatie.
Dat extreem geweld en intimidatie zijn gebruik in de Yakuzawereld, weet de Japanse Shoko Tendo (38) als geen ander. Tendo, dochter van een Yakuzabaas, schreef er een rauw en niets verhullend boek over. ‘Yakuza Moon, de memoires van een gangsterdochter’, werd een bestseller in Japan en verscheen onlangs in het Engels.
Tendo spreekt het liefst af op neutraal terrein: de werkplek van de interviewer. Ze lacht verlegen, is tenger en draagt jeans, een hemdje en een blouse met lange mouwen. Even lijkt ze op een gewone, moderne Japanse vrouw.
Maar als ze haar blouse en hemd uittrekt wordt dat beeld rap bijgesteld: Tendo is van haar voeten tot haar hals bedekt met prachtige, kleurrijke tatoeages van draken, bloemen en Japanse symbolen. Op haar rug prijkt de naakte Jigoku Dayu, een strijdbare courtisane die eeuwen geleden nummer één was in een van de hoerenbuurten van Tokio.
‘Ik was altijd de maîtresse, de eeuwige nummer twee. Als een man maar zei dat hij van me hield, nam ik met alles genoegen,’ schrijft Tendo in haar boek. ‘Ook met mishandelingen en vernederingen. Maar toen ik Jigoku Dayu op mijn rug liet tatoeëren voelde ik me bevrijd. Ik zou een nieuwe start maken, alles zou anders worden.’
Dat voornemen kwam uit. Ze ontworstelde zich aan een wereld vol drugs en geweld en leerde op eigen benen staan. Trots en uitdagend kijkt Tendo over haar schouder. ‘Jigoku Dayu geeft me kracht; het voelt alsof we hetzelfde lichaam hebben en dezelfde spirit.’

Shoko Tendo groeide op in een groot huis in een buitenwijk van Osaka. Haar vader stond aan het hoofd van de lokale Yakuza-bende en had meerder bedrijven in de vastgoedwereld. Hij verzamelde de nieuwste modellen Harley’s en luxe-auto’s waarin hij zijn gezin mee uit nam.
Haar moeder was een beschaafde, elegante vrouw die haar vier kinderen een gewoon bestaan probeerde te geven en strenge regels hanteerde thuis. Maar normaal was het leven allerminst. Er kwamen voornamelijk Yakuzaleden over de vloer en Tendo’s vader draaide steeds weer de gevangenis in. Haar moeder moest de zaken dan overnemen.
Op de lagere school werd ze vreselijk gepest met haar afkomst. Tendo: ‘Ik durfde dat thuis niet te vertellen omdat ik bang was dat mijn ouders zich schuldig zouden voelen. Aan dat pesten heb ik veel complexen overgehouden. Daar kom je nooit helemaal van los.’
Na zijn laatste verblijf in de cel werd haar vader een stevige drinker. Hij ging iedere avond uit en nam hostesses mee naar huis en had geen vat meer op zijn bendeleden; de jonge Shoko Tendo werd thuis aangerand door één van hen. ‘Daarna durfde ik volwassenen niet meer te vertrouwen.’
Op haar twaalfde belandde Tendo via haar oudere zus in yanki-kringen. Dat waren ‘ruige jongeren’ die hun haren verfden, uitdagende kleding droegen, rondscheurden op brommers en drank en drugs gebruikten. ‘Voor het eerst in mijn leven had ik vrienden.’
Wat volgde was een duister bestaan aan de rand van de samenleving. Tendo raakte in de greep van verkeerde Yakuza-lovers die haar speedverslaving financierden in ruil voor seks. Ze werd een paar keer zo mishandeld dat er een plastisch chirurg aan te pas moest komen. Alleen door radicaal met haar verleden te breken en als hostess in een nachtclub financieel onafhankelijk te worden, was ze in staat een nieuw bestaan op te bouwen.
Opmerkelijk is Tendo’s blijvende loyaliteit aan de Yakuza-wereld. ‘Daar liggen mijn roots. Ik wil mijn afkomst niet verloochenen. Daarom heb ik zelf ook tatoeages.’
Ze heeft nergens spijt van, blikt niet terug in wrok. ‘Uitspraken als ‘had ik maar’ of ‘was ik maar’ zal een Yakuza nooit doen. Ik doe dat dus ook niet.’
‘Ik heb veel shit van me afgeschreven in mijn boek. Ik worstel nog dagelijks met allerlei negatieve gevoelens, Maar daar mag niemand aankomen, die houd ik binnen. Als een Yakuza iets fout doet wordt zijn pink afgehakt. Daar zal hij ook nooit over praten of over klagen.’

Na alle nare affaires met mannen had ze 13 jaar geen seks meer. ‘Toen ontmoette ik een jongen die zo anders was; een hele serieuze fotograaf die uit een keurig gezin komt.’ Ze ging één keer met hem naar bed en was meteen zwanger. ‘Het moest zo zijn. Daarvan ben ik overtuigd.’
Tendo is alleenstaande moeder met een dochter van bijna twee. ‘Daarop rust een taboe in Japan. Ik schrijf nu een boek waarin ik het thema op een komische manier benader. Ook beschrijf ik de clash tussen de keurige wereld van de fotograaf en mijn wereld. We zijn goede vrienden. Maar zijn familie weet niet van mijn bestaan af.’
Yakuza Moon is niet alleen een persoonlijk verhaal maar geeft ook een inkijk in de vergankelijkheid van de Yakuza-roem. Tendo’s eigen neergang liep parallel aan die van haar familie. Als gevolg van een langdurige ziekte ging haar vader failliet. En meteen was het gedaan met zijn status.
Opeens was de familie het doelwit van bedreigingen en mishandelingen door de ‘loansharks’: dubieuze Japanse geldschieters die torenhoge rentes innen. De Japanse onderwereld is onverbiddelijk: wie aan lager wal raakt, ligt er uit.
Het verhaal van de familie Tendo staat niet op zich. Steeds meer Yakuzaleden komen vandaag de dag in de problemen omdat de overheid harder optreedt tegen de georganiseerde misdaad. Met alle frustraties van dien. Zo werd het afgelopen jaar de burgemeester van Nagasaki, Itcho Ito, op straat neergeschoten door een Yakuza die failliet was gegaan.
Volgens de laatste ramingen van justitie zijn er nog ruim 41 duizend vaste Yakuza-leden, verdeeld over 21 groeperingen. Daarnaast zijn er meer dan 43 duizend aanhangers die zich laten lenen voor de vuile klusjes, waardonder veel motorbendes.
De tijd dat Yakuza-syndicaten er openlijk kantoren en bedrijven op nahielden, met naamplaatjes op de deur, is voorbij. Voorheen werd er samengewerkt met de autoriteiten en overhandigde de Yakuza belangrijke verdachten aan de politie, die zich in ruil daarvoor niet bemoeide met de zaken (prostitutie, gokken en drugs, aandelenhandel en vastgoed). Maar dat systeem wankelt.
Tendo is opeens heel fel: ‘Yakuza-leden worden gediscrimineerd door justitie en krijgen veel zwaardere straffen dan gewone burgers voor dezelfde vergrijpen. Ze gaan steeds vaker ondergronds waardoor het moeilijker wordt om hun activiteiten te volgen. Ze worden zo alleen maar gevaarlijker.’

Yakuza Moon: Memoirs of a Gangster's Daughter. Kodansha International; ISBN 987-4-7700-3042-9