De Volkskrant; Kale rotsen fel begeerd in Oost Azie; 20 december 2006

Het rommelt al jaren in de Oost Chinese Zee en de Japanse Zee, waar de strijd om land, vis en vooral fossiele brandstoffen, in volle gang is. De grensgeschillen tussen Japan en de buurlanden Rusland, China en Zuid Korea hangen als een molensteen om de nek van de Japanse premier Shinzo Abe. Die verbetert graag de diplomatieke betrekkingen met de buurlanden, maar kan niet heen om Japan´s energiehonger.

Dokdo/Takeshima
‘Onder geen beding zullen we een compromis sluiten of de eilanden afstaan. Hoe hoog de kosten en verliezen ook mogen zijn.’ Dit statement van de Zuid Koreaanse president Roh Moh-hyun, geeft wel aan hoe gevoelig de zaak ligt rondom de omstreden Dokdo-eilanden (Koreaanse naam) ofwel Takeshima-eilanden (Japanse naam), in de in de Japanse zee. Beide landen beschouwen deze kale en weinig uitnodigende rotsen, waarop slechts een handvol Zuid Koreaanse militairen leeft naast de laatst overgebleven visser Kim Seongdo (66) en zijn vrouw Si-yul (68), als hun grondgebied.
Het bezit van de eilanden betekent uitbreiding van de territoriale wateren, meer visvangst en mogelijk ook aardgasopbrengsten. Daarnaast zijn ze een symbool van de strijd tussen een voormalige gekoloniseerd land (Korea) en zijn vroegere overheerser (Japan).
De geschiedenis biedt geen kant en klare oplossing voor het conflict. In 1905 verklaarde de Japanse prefectuur Shimane dat de twee rotsen, die ongeveer 200 kilometer verderop in zee liggen, officieel had ingelijfd. Volgens Tokio heeft Korea nooit protest ingediend tegen de proclamatie, wat zou betekenen dat het zich er bij heeft neergelegd.
Prof. Lee Seokwoo van de Koreaanse Incheon Universiteit, een expert op het gebied van territoriale disputen, ziet dat heel anders. Seokwoo beschikt over een handgeschreven briefje uit 1877, waarin de toenmalige Japanse machthebber bevestigt dat de Dokdo behoren tot Korea omdat ze irrelevant zouden zijn voor Japan. Ook bezit hij een Japanse kaart uit 1785, waarop de rotsen staan aangegeven als Koreaans grondgebied. De Dokdo-eilanden waren in 1905 de eerste slachtoffers van het Japans imperialisme in de regio, stelt de professor. En het is volkomen terecht dat Korea ze na de capitulatie van Japan in 1945, weer heeft ingenomen.
Tokio heeft voorgesteld om het dispuut voor te leggen aan het Internationale Gerechtshof in Den Haag, maar Zuid Korea weigert dat. De eilandenkwestie stelt de diplomatieke betrekkingen, die onder de nieuwe Japanse premier Abe juist dienen te verbeteren, danig op de proef. Want steeds vinden er pijnlijke incidenten plaats. In 2005, ‘het jaar van de vriendschap’ tussen beide landen, riep de Japanse prefectuur Shimane, 22 februari uit als Takeshima-dag. De Zuid Koreaanse regering ontplofte bijna en zag af van verdere activiteiten. In mei van dit jaar wilde Japan twee schepen naar de eilanden sturen om de wateren daar beter in kaart te brengen. Zuid Korea dirigeerde onmiddellijk twee bewapende patrouilleboten naar het gebied en president Roh verklaarde woedend: ‘Japan’s claim ten aanzien van de Dokdo-eilanden is een signaal dat het land de vrijheid en onafhankelijkheid van Zuid Korea volkomen negeert.’ Japan bond in maar de potenti”ele brandhaard blijft bestaan.

De Noordelijke Gebieden of Zuidelijke Koerillen
In augustus 2006 vuurde een Russische patrouilleboot waarschuwingsschoten af op een Japanse vissersboot, waarbij één visser de dood vond. De boot voer te dicht langs de omstreden eilandengroep die in Japan de Noordelijke Gebieden wordt genoemd en in Rusland de Zuidelijke Koerillen. De Japanners waren woedend, omdat ze de eilanden Habomai, Shikotan, Kunashiri en Etorofu, nog steeds beschouwen als hun grondgebied.
Tot 1945 was dat ook zo. Maar na de capitulatie van Japan werden de eilanden ingelijfd door de noorderburen en ‘gezuiverd’. Inmiddels leven er 15.000 Russen en lijkt het Kremlin niet meer van plan te zijn ze ooit nog over te dragen. Als gevolg van de kwestie, is er nog steeds geen vredesverdrag getekend tussen Rusland en Japan.
De Japanse regering zal geen hoog spel spelen want ze heeft de Russische olie hard nodig. Niet voor niets zijn de Japanners de grootste investeerders in oosten van Rusland, onder meer in olie- en gasprojecten op de Sachalineilanden. Daarnaast wordt onderhandeld met president Poetin over de aanleg van een oliepijplijn van Anagarsk in Siberi”e naar de plaats Nakhodka aan de kust van de Grote Oceaan. Van daaruit kan het gas makkelijk naar Japan worden ge”exporteerd.
Sommige experts menen dat Japan zelf de kans heeft laten lopen om de kwestie op te lossen. In 1956 zochten de Russen toenadering. In ruil voor een vredesverdrag wilden ze Habomai en Shikotan, die het dichtst bij het Japanse eiland Hokkaido liggen, teruggeven. De Koude Oorlog was echter in volle gang en de Amerikanen zaten niet te wachten op betere betrekkingen tussen bondgenoot Japan en de vijand de Soviet-Unie. Het gerucht gaat dat John Foster Dulles, de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, dreigde dat de Amerikanen het bezette Okinawa nooit aan de Japanners zou teruggeven, als ze zouden ingaan op Moskous opzetje. De Sovjet-voorstellen werden van tafel geveegd: de Japanners wilden álle eilanden terug.
In 1993 lagen de kaarten anders. De wereld had baat bij economische vooruitgang in het ‘nieuwe’ Rusland. Eventuele toenadering tussen Japan en Rusland werd toegejuicht, ook door de toenmalige Amerikaanse president Clinton. Het Kremlin kwam wederom op de proppen met het voorstel uit 1956. Maar tot ieders verbijstering, wezen de Japanners het opnieuw af.
Premier Poetin liet in 2004 doorschemeren dat de deur nog steeds op een kier stond maar premier Koizumi gaf geen sjoege. En toen was de maat vol. Tijdens de laatste Japans-Russische top in november 2005 wilde Poetin alleen nog maar praten over economische belangen. De eilanden kwamen niet meer ter sprake.

Senkaku/Diaoyutai
Eind november enterde een schip van de Japanse kustwacht een boot met Chinese activisten die opstoomde naar de Senkaku eilanden (door China de Diaoyutai genoemd), in de Oost Chinese Zee. Japan en China claimen beiden de soevereiniteit over de vijf onbewoonde eilanden en twee rotsen, die op een gasbel liggen. Gezien de energiehonger van Japan en China kan dit dispuut makkelijk uitmonden in een bittere strijd.
China stelt dat het de eilanden al in 1372 heeft ontdekt. Ze waren toen vooral interessant vanwege de medicinale kruiden die er groeiden. Maar volgens Tokio heeft China de eilanden nooit officieel heeft bestuurd. In tegenstelling tot Japan, dat er van 1895 tot 1971 ongestoord het bewind over voerde. Toen gingen in Peking de hakken in het zand: na de Tweede Wereldoorlog zouden de Amerikanen de eilanden hebben teruggeven aan China en daar hadden de Japanners zich maar bij neer te leggen. Maar in het vredesverdrag van 1951 worden de eilanden helemaal niet genoemd.
Wat de zaak vooral ingewikkeld maakt is de discussie over de maritieme grens tussen China en Japan. Het zeerecht bepaalt dat China mag putten uit de gasvoorraden die zich bevinden op het Aziatische continentale plat. De Senkaku-eilanden maken hier weliswaar deel van uit, maar het zeerecht bepaalt tegelijkertijd dat Japan, op zijn beurt, rechten heeft binnen de Exclusieve Economische Zone (EEZ).
De Japanse EEZ strekt zich uit 200 kilometer ten westen van de Japanse Ryukyu Eilanden en omvat ook de Senkaku-eilanden. Japan kan dus op zijn minst een deel van de gasvoorraden claimen. Het internationaal recht geeft niet aan wat prevaleert: een zeeplateau of een EEZ
Volgens Professor Thomas Schoenbaum, die gespecialiseerd is in het Zeerecht en onder meer les geeft aan de Christelijke universiteit in Tokio, is er maar een oplossing voor het conflict. Japan en China zouden een gezamenlijke autoriteit in het leven moeten roepen die het bestuur over de eilanden uitoefent, de minerale grondstoffen in kaart brengt en de exploratie ervan begeleidt. De soevereiniteit over de eilanden, moet bij beide landen komen te liggen. Maar die lijken huiverig voor een te hechte samenwerking.
Daar komt bij dat China heeft geìnvesteerd in de ontwikkeling van gasvelden die ook door beide landen worden geclaimd en op de grens liggen van Japan’s EEZ: het Chunxiao (Chinese naam) ofwel Shinokaba-veld (Japans) en het Tianwaitan (Chinees) ofwel Kashi-veld (Japan). De Japanners willen een graantje meepikken maar krijgen steeds nul op het rekest. Japan verdenkt de Chinezen ervan al met de exploratie van het Tianwaitan-veld te zijn begonnen. Vorig jaar stoomde de Chinese marine richting de gasvelden om de belangen zo nodig gewapenderhand te verdedigen. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de ruzie hierover weer oplaait.