14 februari 2015 - Bokito de stadswacht

Sightseeing in het nieuwe winkelparadijs De Oostpoort: langzaam reed ik op de fiets langs ‘Pets Palace’, het ‘Q Cafe’ en de ‘Big Bazar’. Zo langzaam trouwens, dat ik bijna van mijn fiets viel, maar daar had de blanke stadswacht geen boodschap aan. ‘U mag hier alleen maar wandelen; u krijgt een bon.’ Bam!
Er zijn stadswachten waar aan je ziet dat er ruimte is voor onderhandelingen, na een overtreding. En waarmee je het uiteindelijk op een akkoordje kan gooien. Maar anderen laten zo graag hun gezag gelden, dat iedere poging tot discussie een verspilling is van speeksel en tijd.
Deze stadswacht behoorde tot de laatste categorie, dat zag je meteen aan zijn hautaine blik en het genoegen waarmee hij zijn elektronische notitieblok tevoorschijn haalde, en meteen allerlei gegevens intikte. Hij gedroeg zich als de Bokito van De Oostpoort; hij was de baas. 
Lijdzaam liet ik de straf over me heen komen, protesteren leek me bij voorbaat al kansloos. Maar voorbijgangers reageerden afkeurend op de boete; ze klikten met hun tong, schudden hun hoofd of rolden met hun ogen. En opeens werd ik omringd door drie meiden van Marokkaanse afkomst, die kennelijk vonden dat ik een nogal hulpeloze indruk maakte.
De meest stevige van de drie - ik noem haar Aicha - voerde het woord, met een onvervalste Amsterdams-Marokkaanse tongval. ‘Wat doe jij nou man. Jij voelt je zzekerr heel stoerr he? Had jij niet eerst een waarrschuwing kunnen geven of zzo?’ De stadswacht deed net of hij niets hoorde. ‘Ben jij nou trots op je zzelf dat jij voor zzoiets een bon geeft? Nou, nou?’
Ze kreeg bijval van haar vriendinnen en de stadswacht voelde zich steeds ongemakkelijker. ‘Ik zou me er niet mee bemoeien als ik jou was,’ beet hij Aicha toe. ‘Ik zou maar snel doorlopen, anders krijg jij zo ook een bon.’
Dat had hij beter niet kunnen zeggen.
‘O ja, waarvoor dan? Ha! Jij bent gewoon een hele zzielige man die zeker denkt dat'ie macht over mij heeft heeft? Maarr jij kan mij niks maken!’ Een omstander met vlasbaartje, die bij ons was komen staan met zijn zoontje, deed ook een duit in het zakje. ‘Ik wilde vroeger ook stadswacht zzijn, zzoals jij. Maar nu ben ik beveiligerr. Dat is veel beterr. Want jij denkt misschien dat je heel wat bent maarr wat stel jij nou eigenlijk voorr man?’

En wat was mijn bijdrage aan de discussie? Geen woord. Ik was blij verrast dat voorbijgangers het spontaan voor me opnamen - er was meteen een band; we stonden nog  net niet te high-fiven - en ik had niet de minste behoefte om de boel te sussen.
Normaal gesproken heb ik het niet op stadswacht bashen of agentje pesten. En dat veel allochtone jongeren niet of nauwelijks respect hebben voor Het Gezag, is zorgelijk.
Maar door dit incident begreep ik beter hoe het mechanisme werkt. Praten en iets in alle redelijkheid oplossen oogst respect; meteen op een botte manier je gezag laten gelden, oogst vooral hoon en spot. Er zullen ongetwijfeld veel ‘gezagdragers’ zijn die deze stelling tegenspreken, maar dit is mijn ervaring.
‘U krijgt de boete binnen een paar weken thuis en kunt bezwaar indienen,’ zei de tot op het bot getergde stadswacht nog, voordat hij doorliep. Ik heb het maar zo gelaten. Bezwaar aantekenen kost vooral veel energie, de uitkomst is ongewis en eerlijk gezegd was deze ervaring me best 62 euro waard.