28 oktober 2014 - De Haman als redding

Hoeveel Moskeeën, bazaars, musea en kilometers straat kan een mens verdragen, voordat hij erbij neervalt? Veul! Maar na twee dagen onafgebroken slenteren langs de highlights van Istanbul, (een taxi was taboe want we zouden iets kunnen missen onderweg), weigerden mijn benen dienst. De redding was nabij; om de hoek bij ons hotel lag namelijk de wereldberoemde Cagaloglu Haman, die zelfs is opgenomen in de New York Times bestseller '1000 places to see before you die.'
De ingang van dit wonder van schoonheid was een smalle, halfronde poort waar ik eerst drie keer voorbij liep, voordat me iets begon te dagen. Zwoele foto's in sepia, van filmsterren en internationale celebraties die zich hier hadden laten scrubben,  sierden de hal (King Edward VIII, Kaiser Wilhelm II, Mustafa Kemal Atatürk, Florence Nightingale, Omar Sharif, en ook nog Cameron Diaz en Kate Moss).

       sultans

Pardon, Kaiser Wilhelm? Ja dat was goed mogelijk, want de Haman was al in 1741 door Sultan Mehmet I aan de stad geschonken, zo las ik in de folder. Een afbeelding van de oprichter alleen, was kennelijk niet genoeg. Want naast de kassa hing een portrettengalerij met afbeeldingen van ALLE 35 Sultans uit de Turkse geschiedenis.

 

De pin-up Sultanmuur leek me meer op zijn plaats in een museum dan in het badhuis. Want denk maar niet dat Mehmet I, noch een van zijn opvolgers, ooit een voet in de Cagaloglu Haman hebben gezet. In het Topkapi Paleis beschikten ze immers over hun eigen privé badhuis. En over een paar dozijn concubines, waaraan men een flinke scrub- was- en massagebeurt (al dan niet met happy ending), prima kon overlaten. Maar door zo te dwepen met het verleden, straalde de Haman ook iets van de grandeur uit, van vroeger.
De vrouwensectie lag gescheiden van de mannen, door een patio en een lange gang. Vroeger moesten mannen het bekopen met hun leven, als ze ondanks de strikte scheiding toch werden aangetroffen in het vrouwengedeelte. Tegenwoordig zijn de regels iets soepeler.
Ik werd opgehaald door een potige de masseuse - ik noem haar Myriam - die mij wel eens onderhanden zou nemen. Aan haar kritische blik zag ik dat ze me maar een westers schriel kipje vond en eigenlijk dus geen partij voor haar sterke handen. Met een handdoek om en op houten kleppers, glibberde ik voort.
In een grote achthoekige zaal van marmer, moest ik op een op een plateau liggen. Overal klonk het druppelen van water. En vanuit de hoge koepel , scheen omfloerst daglicht naar beneden, door een mozaïek van luchtgaten. Niet alleen Myriam maar al haar collega's waren stevig gebouwd, zo bleek, en samen hadden zomaar een Turks worstelteam kunnen vormen. Vooral toen ze hun werkkleding aantrokken: een zwarte hansop.
In de massage salons in Japan en China waar ik wel eens kwam, werd altijd heel bedaard en op fluistertoon gesproken en 'esoterische achtergrondmuziek' gedraaid (iets met een harp en fluitende vogels), om te zorgen voor de ultieme rust. En iedere klant kreeg er een privébehandelkamer. Zo niet in de Haman. Daar was niets privé en op luide toon werden er voornamelijk orders uitgedeeld. Lay down! Turn! Sit!
Tegelijkertijd waren de 'worstelaars' naar hartenlust aan het scrubben, kneden en met warm water aan het smijten. Nee, deze vrouwen hielden niet van half werk, en zeker niet van een softe aanpak. Bovendien: wie rein en rejuvenated wil zijn, mag best een beetje lijden. Maar ondanks het harde marmer en de bevelen was het allemaal zeer ontspannend. Ik vergat de stad en wilde het liefst de rest van de avond op het warme plateau blijven liggen.
Dat was helaas niet de bedoeling. Toen de behandeling voorbij was kreeg ik een droge handdoek omgewikkeld.  'Now you relax five minutes, than you go!' Zei Myriam, die haar hansop uittrok en thee ging drinken in de kleedruimte. Ook dat bleek deel uit te maken van het ritueel: terwijl zij thee zat te drinken kon ik me omkleden, daarna kwam ze nog even langs om te vragen of ik genoeg rejuvenated was. En om een fooi in ontvangst te nemen. Die was weliswaar vrijblijvend, maar toch ook weer niet. Myriam was het meer dan waard. De moeheid was weg, mijn benen deden het weer en ik kon weer helder nadenken. Ik had zin in een portie mierzoete Turkish Delight met sterke thee. En was het volgende programmapunt alweer aan het plannen. Laat die andere 999 places to visit before you die, voorlopig maar zitten. Alleen al vanwege de Cagaloglu Haman hoop ik nog vaak terug te komen in Istanbul.